Katachtigen

Houten dieren en figuren, katachtigen

Binnen de katachtigen bestaan verschillen. Ze worden over het algemeen ingedeeld binnen de categorieën grote en kleine katten. Hierbij is de grootte niet doorslaggevend: er zijn uitzonderingen. Wel een belangrijk onderscheidingskenmerk zit in de anatomie. Bij grote katten is een deel van het tongbeen verandert in elastisch kraakbeen. Bij kleine katten is er alleen nog tongbeen. Hierdoor kunnen grote katten wel brullen maar niet snorren en vice versa.
In het gedrag zitten ook verschillen. Grote katten eten liggend, kleine katten eten gehurkt. Grote katten rusten met uitgestrekte poten en staart terwijl de kleine katten opgekruld liggen.
Maar tussen de twee categorieën bestaan ook genoeg overeenkomsten. Katachtige, met uitzondering van leeuwen, jagen alleen. Zo hebben ze meer kans op slagen en op deze manier kunnen ze beter overleven in gebieden waar weinig prooidieren zijn.
Verder kunnen kattachtigen enorm goed zien en horen. Ze kunnen ver zien en kunnen goed afstanden inschatten. ’s Nachts zien katten wel zes keer zo goed als mensen! Ook hun gehoor is zeker niet slecht. Hoge frequenties pakken ze makkelijk op. Door hun goede gehoor kunnen ze geluiden goed opvangen en de herkomst ervan bepalen.
Erg bijzonder bij de katten is dat ze hun nagels kunnen intrekken. Met hun scherpe nagels kunnen ze goed klimmen en ook hun prooi makkelijk uit elkaar trekken. Maar om zichzelf niet te verwonden tijdens het lopen kunnen ze de nagels ook intrekken.
Katten zijn kortom bijzondere en krachtige dieren.

Katten behoren tot de klasse van de zoogdieren, de orde van de roofdieren en tot de familie der katachtigen. Deze laatste familie wordt verder verdeeld in drie onderfamilies:

• de Nimravinae (uitgestorven)
• de katachtigen die weer onderverdeeld wordt in twee geslachtsgroepen:
  • de grote katten (panterkatten) 
  • de kleine katten (felis) De huiskat behoort ook tot deze groep
• de jachtluipaarden