Hertachtigen

Houten dieren en figuren, hertachtigen

Er bestaan vele verschillende soorten herten. In Nederland zijn vooral de edelherten, damherten en reeën te vinden. Verder leven herten in andere delen van Europa, Azië en Amerika.
Tussen de vele herten bestaan verschillen. Zo is de kleinste hert zo’n 38 centimeter, terwijl de grootste hert wel ruim twee meter kan worden. Maar er bestaan ook veel overeenkomsten tussen de dieren.
Een belangrijk kenmerk van de mannetjes hert is het gewei. Het gewei wordt eens in het jaar afgeworpen, waarna een nieuwe aangroeit. Dit nieuwe gewei is vaak nog groter en complexer dan de vorige. Aan het gewei kun je dan ook de leeftijd en de gezondheid van het hert aflezen. Als herten niet genoeg voedsel binnekrijgen wordt het gewei bijvoorbeeld niet net zo groot. Verder zorgt het gewei voor dominantie onder de mannetjes. Behalve bij de rendieren hebben vrouwtjes geen gewei.
De herten hebben allemaal een kortharige vacht. Ze zijn enorm lenig en hebben lange poten. Dit zorgt ervoor dat ze snel kunnen wegrennen als er gevaar dreigt. Ook heel bijzonder is dat jonge dieren een gevlekte vacht hebben. Dit dient als camouflage, waardoor ze minder opvallen voor vijanden.

Waar leven de hertachtigen?

De meeste herten komen voor in bossen. Ze leven in Europa, Azië en Noord- en Zuid Amerika. In Europa komen de volgende soorten voor: eland, damhert, edelhert, rendier en de ree. In België en Nederland komt het edelhert, damhert en de ree voor.